Veel Utrechters praten en doen mee. Voortdurend ontstaan er nieuwe bewonersinitiatieven, buurtgroepen en wijkcollectieven die buurtgenoten helpen met het doen van boodschappen, het vinden van werk, het samen beheren van een speeltuin of buurthuis, het zelf maken van een nieuw plan voor een plein of straat of het samen organiseren van een woongroep inclusief eigen locatie. Maar nog lang niet iedereen in Utrecht is betrokken. Sommigen zijn afgehaakt omdat ze vinden dat meedoen of meepraten toch geen zin heeft. “De gemeente doet toch wat ze wil” of “het is al lang besloten”. Anderen vinden dat de gemeente het zelf moet oplossen. “Daar hebben we toch een gemeenteraad voor gekozen?” De gemeente wil graag dat Utrechters (nog) meer en beter gaan participeren en heeft dat verwoord in een plan met als titel ‘Samen Stad Maken’.
Prima vinden sommige Utrechters, maar anderen vinden dat de wethouder hier een kans laat liggen. Volgens deze Utrechters moet en kan het beter met de lokale democratie in onze stad. Geef meer zeggenschap aan burgers vinden zij, dan gaan de Utrechters nog veel meer meepraten en doen. Dat doet ook recht aan wat burgers in de eigen buurt heel goed zelf kunnen.
In dit kennisdossier leest u meer over:
1. Utrechters praten en doen mee
2. Gemeente wil ‘Samen stad maken’
3. Utrechters willen meer en anders
4. Van participatie naar zelfsturing
5. Verslag van het podiumgesprek op 3 juli 2019
Lees alle informatie hieronder, of klik op een van de bovenstaande koppen om meteen naar het betreffende hoofdstuk te gaan.
1. Utrechters praten en doen mee
Bewoners doen het (weer) meer zelf
Van oudsher zijn Utrechters al heel actief in sport en (buurt)cultuur, georganiseerd in vele verenigingen, vaak draaiend op veel enthousiasme en onbetaalde vrijwilligersuren. Meer dan een halve eeuw geleden deden Utrechters nog veel meer zelf, soms met steun van de gemeente en vaak ook zonder enige bemoeienis van de overheid. Die veel grotere en bredere inzet van Utrechters voor een leefbare samenleving keert weer terug, weliswaar in een andere vorm dan destijds. In de afgelopen jaren ontstaan steeds meer initiatieven van buurt- en burgerorganisaties die als collectief vanuit de gemeenschap zelf zaken gaan doen, in de energie, de zorg, het welzijn, het wonen, in het beheren van buurtruimtes en in het maken van plannen voor de openbare ruimte.
Mooie voorbeelden, vele hobbels
Utrechters willen en kunnen meer, soms met steun van de gemeente, maar zij willen en kunnen ook meer inbrengen in projecten en activiteiten vàn de gemeente. Dit blijkt goed uit mooie recente voorbeelden, die ieder op een eigen manier regelmatig te maken krijgen met vele hobbels.
Zo hebben bewoners in Rotsoord zich ingezet voor een groenere openbare ruimte in hun buurt:
Lees hier het pamflet Rotsoord Groen!
De gemeente heeft dat omarmd en wethouder Klaas Verschuure liet in de gemeenteraad weten (2018) graag te zien dat gemeente en bewoners dit idee voor een groener Rotsoord in ‘cocreatie’ gaan uitwerken. In plaats van in cocreatie werd echter een traditioneel participatietraject gestart en konden de bewoners als het ware ‘weer van voren af aan beginnen’.
Een ander mooi voorbeeld is ‘Een Fris alternatief‘, een bewonersinitiatief in Utrecht West om een verkeersplan zo aan te passen (schets rechts) dat de eigen buurt groener en rustiger wordt – in vergelijking met het oorspronkelijke plan van de gemeente (schets links):
De gemeenteraad nam het plan van de bewoners volledig over (december 2017), maar nadien werd de inrichting van de buurt ‘losgeknipt’ van het verkeersproject en gingen voor de bewoners de deuren bij de gemeente dicht. Lees meer hierover op de NUK.nl
Er zijn ook vele mooie voorbeelden van hoe bewoners participeren in het domein van welzijn en zorg. Regelmatig bereiken deze initiatiefnemers meer buurtgenoten dan de traditionele instanties, maar desondanks is de steun van de gemeente beperkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor Amina Berkane Abakhou met haar buurtinitiatief in BuurtThuis op Kanaleneiland om Marokkaanse vrouwen te empoweren. Met heel veel moeite ontvangt ze hiervoor nu enige steun van de gemeente.
Samen sta je sterker
Zo telt Utrecht honderden bewonersinitiatieven en jaarlijks neemt dat aantal toe. Utrechters participeren volop. In de afgelopen jaren zijn steeds meer burger- en buurtorganisaties zich samen gaan organiseren, om kennis te delen en elkaar te steunen, ook in de contacten met de gemeente. Enkele voorbeelden:
Utrechtse Ruimtemakers is een groep van bewonersinitiatieven actief in de fysieke ruimte, al dan niet met een sociaal-culturele component.
Diverse wooninitiatieven in Utrecht hebben zich recent ook georganiseerd in een pamflet met wensen en voorstellen die ze graag samen met de gemeente willen oppakken en uitwerken. Lees hier het Manifest Ruimte voor bewonersinitiatieven in de woonagenda van de stad Utrecht.
In het domein zorg komen vele burger- en buurtorganisaties bij elkaar in ‘Omzien naar Elkaar’
In het domein welzijn en het verbinden, activeren en organiseren van bewoners in buurten en wijken, zo mogelijk in collectieven is de stadsbrede coöperatie SAMEN030 zeer actief.
Een grote groep buurtorganisaties met een eigen accommodatie in zelfbeheer heeft zich verzameld in de vereniging Dwarsverband. Vele duurzame energie-initiatieven hebben zich in de stad verenigd bij Energie-U, met als doel duurzame energie thuis, in de eigen buurt en in onze stad aan te jagen, te organiseren en te bewaken.
2. Gemeente wil ‘Samen stad maken’
Utrechters kunnen – volgens de gemeente – (nog) meer gaan participeren
Het voorstel van de wethouder
Het College van Burgemeester en Wethouders wil de participatie in Utrecht vernieuwen en heeft daarvoor een voorstel uitgewerkt ‘Samen Stad maken op de Utrechtse manier’ (d.d. 9 maart 2019). Lees hier het voorstel.
Dat voorstel wil zij graag met bewoners verder uitwerken en uiteindelijk najaar 2019 laten vaststellen in de gemeenteraad. Wethouder Anke Klein (D66) wil met het voorstel ‘de democratie in de stad versterken en de participatie verder vernieuwen’.
Basisprincipes van de gemeente
De gemeente heeft in de ‘participatienota’ wel een duidelijk vertrekpunt geformuleerd, samengevat in een vijftal basisprincipes (pagina 9 van de nota): (i) participatie is maatwerk, (ii) ook Utrechters betrekken die niet snel zelf meepraten, (iii) Utrechters zo vroeg mogelijk betrekken bij plannen van de gemeente, (iv) met duidelijke afspraken over wat de rol en de ruimte is van de Utrechters met de ‘gemeenteraad altijd in de lead’ en (v) blijvend communiceren.
Burgerparticipatie versus Overheidsparticipatie
Wat opvalt is dat de participatienota van de gemeente Utrecht alleen een uitwerking is van hoe Utrechters meer en/of beter kunnen participeren in projecten en activiteiten van de gemeente, de zogenoemde ‘burgerparticipatie’. De nota geeft geen uitwerking van de aanpak van of de relatie met de vele bewonersinitiatieven in het publieke domein en hoe de gemeente die beter en/of meer zou kunnen ondersteunen, ofwel de zogenoemde ‘overheidsparticipatie’. Maar wanneer is sprake van het een en wanneer van het ander?
Beide aanpakken zijn uitgewerkt in een toolbox van de overheid voor participatie in gemeenten, met voor beide een concreet voorbeeld, namelijk van de participatiematrix in Wijchen (sheet 12) en het eigenaarschapsmodel in Peel en Maas (sheet 11) Download hier de toolbox.
3. Utrechters willen meer en anders
Een stadsakkoord met Utrechtse principes
Bewoners willen meer eigen ruimte
Veel actieve bewoners in Utrecht willen graag meer ruimte in de stad voor bewonersinitiatieven, ook als het gaat om projecten en activiteiten van de gemeente. Dat is verwoord in een stadsakkoord met de ‘Utrechtse principes voor samen stad maken’, met o.a. inzet op: (i) meer samen – gemeente en bewoners – in de regie, (ii) wat bewoners zelf kunnen doen mogen bewoners zelf doen, (iii) meer zeggenschap bij bewoners inclusief middelen en (iv) geef bewonersinitiatieven meer voorrang.
Alles samengevat op een enkele pagina (d.d. 27 maart 2019).
Een voorzichtig begin van een goed gesprek
Op een werkconferentie op 27 maart jl. kwam iedereen op uitnodiging van de gemeente bij elkaar:
Bij StadspodiumUtrecht organiseren Utrechters op 3 juli a.s. een bijeenkomst, waar dan dit keer de wethouder en de ambtenaren bij worden uitgenodigd om te participeren.
Hoe kan het anders?
Veel gemeenten zijn actief bezig met het vernieuwen van de participatie, vaak als onderdeel van het verbeteren van de lokale democratie.
Enkele gemeenten gaan daarin net een stap verder. Zoals de coöperatieve wijkraad in de Groningse Oosterparkwijk waar de wijkraad (bewoners en enkele raadsleden) ondersteund door een wijkpanel zelf besluiten neemt over de wijkvisie en de inzet van middelen voor buurtinitiatieven voor een leefbare wijk. Lees meer op cooperatievewijkraad050.nl
4. Van participatie naar zelfsturing
Hoe de autonome aanpak in Peel en Maas een voorbeeld kan zijn voor Utrecht
In Peel en Maas, een gemeente in het noorden van Limburg, vindt al ruim 15 jaar lang een uniek experiment plaats. In deze gemeente met meer dan 40.000 inwoners, verdeeld over 11 dorpskernen, is sprake van zelfsturing van de (dorps)gemeenschappen in het openbaar domein.
Wethouder Roland van Kessel legt uit:
Niet heel bekend in Nederland, maar vermoedelijk wel uniek, vonden ook vele experts in participatie tijdens een bijeenkomst op bezoek in Peel en Maas:
De essentie is dat een onderscheid wordt gemaakt tussen een publiek domein -met de gemeente als eigenaar en een gemeenteraad die beslist met participatie van burgers-, en een openbaar domein – met de gemeenschap (in de dorpen) als eigenaar en eerstverantwoordelijke voor de uitvoering van de activiteiten, waar nodig met ondersteuning van de gemeente. In de ideefase worden door de gemeenschappen zelf autonoom de leefbaarheidsagenda’s en dorpsontwikkelingsvisies opgesteld en door hen zelf vastgesteld. Vervolgens is het aan de gemeenteraad om na te gaan waar ze kunnen ondersteunen in het geval het eigenaarschap bij de gemeenschap ligt (type 2 activiteiten) en waar ze zelf als gemeente wil investeren omdat de gemeente verantwoordelijk is voor de uitvoering (type 3 activiteiten). Hoe het allemaal werkt? Lees er meer over op de website van Peel en Maas.
In een schema samengevat, met de vier typen van activiteiten:
Grote verschillen tussen Utrecht en Peel en Maas
Wat opvalt is dat veel van de activiteiten waar de gemeente in Utrecht van vindt dat zij er eigenaar van is en waar zij graag van ziet dat bewoners er meer of beter in gaan participeren, de gemeente Peel en Maas het eigenaarschap nadrukkelijk bij de gemeenschap (de dorpen) laat en dus ook die gemeenschappen er zelf over laat beslissen en waar nodig als overheid participeert en de activiteiten ondersteunt met energie, vergunningen en/of middelen. Dat wordt zichtbaar in het volgende overzicht waar nagenoeg alle activiteiten in type 2 (dorp = eigenaar, gemeente ondersteunt) in Utrecht worden gezien als een activiteit type 3 (gemeente is eigenaar en wil graag dat burgers er in meedoen, in mee gaan praten).
Zonder zelfsturing bij de gemeenschap geen goede participatie bij overheidsprojecten
In een interview met Geert Schmitz (juni 2019), voormalig gemeentesecretaris in Peel en Maas wordt duidelijk hoe het daar in elkaar steekt:
“In Peel en Maas zijn velen er van overtuigd dat een goede participatie van burgers in projecten en activiteiten van de overheid alleen goed gaat werken als je als gemeente ook de autonomie van de (dorps)gemeenschappen erkent, waardeert en ondersteunt. Participatie en zelfsturing kunnen niet los van elkaar gezien worden, ze versterken elkaar en je moet ze dus ook in samenhang organiseren. Grootste zorg in Peel en Maas is altijd om de gemeente er van te weerhouden het te willen overpakken. De leerervaring is dat het heel belangrijk is de autonomie van de gemeenschap (op de type 2 activiteiten) als gemeente te respecteren en de grens ervan te bewaken.
Een ‘right to challenge’ holt dat feitelijk uit omdat je daarmee aangeeft dat het eigenlijk van de gemeente is. Maar inwoners hoeven in veel gevallen helemaal niet te ‘challengen’ want de gemeente Peel en Maas heeft op voorhand al aangegeven dat er vele activiteiten zijn waar de gemeenschap eigenaar van is, zelf verantwoordelijk voor is en dus altijd ook zelf als eerste de gelegenheid heeft om deze activiteiten gezamenlijk te organiseren. Dit al dan niet met ondersteuning van de gemeente, soms in de vorm van een dorpsondersteuner (een ambtenaar of een inwoner betaald door de gemeente) die werkzaam is in opdracht van de gemeenschap (in het betreffende dorp).
Ook ‘cocreatie’ helpt hierin niet, omdat deze term verhullend werkt, niet duidelijk maakt wie van de twee – gemeenschap of gemeente – eigenaar ofwel verantwoordelijk is en wie van de twee vervolgens kan participeren en ondersteunen. Daar gelden maar twee uitzonderingen op: het vaststellen van de kaders door een gemeenteraad over bijvoorbeeld wie waarin eigenaar is en het vaststellen van de dorpsvisie door de gemeenschap.”
5. Verslag van het podiumgesprek op 3 juli 2019
Participeren in Utrecht! Schijnvertoning of echte zeggenschap? Dat was de vraag op het Podiumgesprek van 3 juli jl. Een honderdtal – veelal actieve – bewoners gingen er met elkaar in gesprek, samen met ambtenaren, enkele raadsleden en de wethouder. De uitkomst? De plannen van de gemeente voor het verbeteren van de participatie gaan niet ver genoeg. Er is meer nodig!
Lees hier het hele verslag van het podiumgesprek
Bekijk de samenvatting op Ustad/RTV Utrecht