Verslag Podiumgesprek 16 oktober: Géén gelijke kansen voor Utrechtse ondernemers?

27 oktober 2019 – Een kleine groep van innovatieve startende ondernemers kan in Utrecht een beroep doen op ondersteuning, betaald door de gemeente. Daar is € 2,25 miljoen voor beschikbaar. Voor de veel grotere groep traditionele startende ondernemers, zoals bakkers, klusbedrijven of boekhouders bestaat er geen vergelijkbare regeling. Is dat logisch? Moet dat anders? Daarover ging het Podiumgesprek op 16 oktober 2019.

Het merendeel van de aanwezigen vindt dat traditionele lokale startende ondernemers gelijke toegang zouden moeten hebben tot gratis ondersteuning, net als nu al het geval is voor de innovatieve startups. Jantine Zwinkels, raadslid oppositiepartij CDA, steunt dat en wil het initiatief nemen om kleine startende lokale ondernemers extra te ondersteunen. Coalitiepartijen D66 en GroenLinks hebben tot op heden daar niet voor gestemd, maar Fred Dekkers, raadslid GroenLinks, vindt nu toch dat Utrecht de ‘niet innovatieve’ ondernemers ook beter moet ondersteunen. Jony Ferket, raadslid D66, biedt een opening: als het CDA een extra potje geld weet te vinden is zij er voor te porren. Namens de traditionele ondernemers laat Abdel Harchaoui, actief bij DOK030, weten dat extra budget aan een breed pakket van ondersteuningsactiviteiten kan worden besteed, zoals voor de financiële administratie en het uit de schulden helpen van lokale traditionele ondernemers.


Column Ali Amghar, columnist bij Stadspodium Utrecht:

Heel lang geleden, mocht ik aan de hand van m’n vader in het weekend mee om boodschappen te doen.
De Kanaalstraat, een van de drukste straten in de stad, zag er toen behoorlijk anders uit dan vandaag de dag.
Geen drempels of snelle auto’s die op en neer reden.

Een traditionele Hollandse bakkerij waar je voor een paar gulden verse gevulde koeken kon kopen.
De zaak werd beheerd door een dame, die ondanks haar hoge leeftijd
van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat zes dagen in de week met een glimlach doorwerkte.

Verderop in de straat zaten haar Marokkaanse en Turkse collega’s die naast verschillende soorten brood
geen gevulde koeken maar andere lekkernijen zoals baklava en harcha verkochten.

De ULU-moskee was destijds gevestigd in een voormalig badhuis
en haast verstopt voor hen die er niet naar op zoek waren.
En wie even iemand moest mailen of bellen naar het buitenland
kon terecht bij een van de vele belhuizen en internetcafés in de winkelstraat.

Inmiddels is er het een en ander veranderd.
Hoewel er drempels zijn verschenen, rijden de auto’s harder en onveiliger dan ooit.

Zowel het oude mevrouwtje als haar bakkerij zijn verdwenen
omdat we voor verse gevulde koeken ook terecht kunnen bij de supermarkt.

De Marokkaanse en Turkse bakkerijen zijn er nog
en hebben vandaag de dag niet alleen klanten uit het land van herkomst,
maar iedereen uit de wijk die op zoek is naar een halfje wit of een stuk gebak.

De moskee is verhuisd naar de overkant van de straat en heeft zelfs haar eigen plein gekregen.

Met haar minaretten, die in de avond blauw en groen oplichten, en tot aan het station nog zichtbaar zijn, verwelkomen zij de bezoekers en bewoners die per trein Utrecht Centraal weer binnen rijden.

Utrecht is aan het veranderen, het hardst van alle steden in het land, als we de cijfers mogen geloven.
Teruggaan naar hoe het was, kan allang niet meer en waarschijnlijk wil de meerderheid van de stad dat ook niet.

Met al deze ontwikkelingen en groei verandert Utrecht in rap tempo
en ontstaat een stad waar iedereen uit de wereld kan komen wonen, werken en leven.
Eigenlijk is Utrecht al een wereldstad.

Het gevaar van groei is dat niet iedereen hiervan profiteert en dat tweedeling in de stad op de loer ligt.
Misschien wel het bekendste voorbeeld van allemaal zijn de huis- en huurprijzen die stijgen,
waardoor sommige delen van Utrecht onmogelijk te betalen zijn voor starters en beginnende ondernemers.

Investeren, in al haar vormen, is verantwoordelijkheid van alle burgers,
maar als zij die het voorbeeld moeten geven, de vertegenwoordigers,
zich alleen focussen op de zogeheten innovatieve startups
die misschien genoeg inkomsten genereren maar waar de directe omgeving nauwelijks wat van merkt,
dan is dat een dikke middelvinger naar de onderste laag van de samenleving.

Iemand die al zijn of haar of moed bijeen heeft geraapt
en de stap durft te maken om het veilige maar sobere leven van een uitkering in te ruilen
voor het starten van een eigen onderneming hoort niet overgeslagen maar gestimuleerd te worden.

Een succesvolle onderneming is vooral te meten hoeveel centjes er binnen zijn gekomen,
maar de meest duurzame winst van allemaal is die van iemand die dankzij een onderneming
ontwikkelt tot zelfstandige en een voorbeeldfunctie kan zijn voor iedereen in de directe omgeving.

Ali Amghar, oktober 2019



Opiniestuk in AD UN voorafgaand aan het podiumgesprek op 16 oktober:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.